Het door de gemeente ingestelde onderzoek naar de achtergrond van de afbraak van drie woningen in 1945 in Foxhol is afgerond. Uit het onderzoek zijn geen aanwijzingen van onrechtmatig handelen van de toenmalige gemeente Hoogezand naar voren gekomen.
Achtergrond
De gemeente Midden-Groningen heeft, samen met 4 andere Groningse gemeenten, onderzoek laten verrichten naar hun rol bij de onteigening van Joods Vastgoed in de Tweede Wereldoorlog. Het rapport met de bevindingen is op 9 maart jongstleden gepresenteerd. Uit het onderzoek bleek dat de toenmalige gemeente Hoogezand drie woningen in Foxhol heeft laten afbreken kort voor de terugkeer van de Joodse eigenaar uit de concentratiekampen in 1945. De reden was volgens de gemeente bouwvalligheid, terwijl de woningen nog maar rond de tien jaar oud zouden zijn. Het college van burgemeester en wethouders heeft vervolgens besloten om hiernaar een nader onderzoek in te stellen. Zo verwachtte het meer inzicht te krijgen hoe er destijds precies is omgegaan met deze situatie.
Onderzoek
Het nadere onderzoek op verzoek van het gemeentebestuur is uitgevoerd door dr. Albert Buursma, als onderzoeker verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij voerde ook het eerdere onderzoek binnen de gemeente Midden-Groningen uit. Hij heeft de bouwhistorie van de drie woningen onderzocht en ook de onderbouwing waarom deze als bouwvallig werden gezien. Ook heeft hij onderzocht of er gebeurtenissen waren in de omgeving waardoor aan deze woningen oorlogsschade zou hebben kunnen ontstaan.
Het onderzoek is afgerond en daaruit blijkt dat de woningen enkele decennia ouder waren dan de 10 jaar die eerder zijn genoemd. Bij gedetailleerd archiefonderzoek is van mogelijke oorlogsschade niets gebleken. Tijdens het onderzoek is bij twee nabestaanden geïnformeerd of er meer informatie beschikbaar is. Beiden zijn geen nabestaanden in rechte lijn en gaven aan verder geen aanvullingen te kunnen geven over deze kwestie en dat zij de nu bekendgemaakte informatie voor kennisgeving aannemen.
Burgemeester Adriaan Hoogendoorn: “Meteen na de presentatie van het oorspronkelijke rapport heeft het college van burgemeester en wethouders aangegeven dat we volledige transparantie willen over het handelen van de toenmalige gemeente. En dat als daar destijds iets onrechtmatigs zou zijn gebeurd, we dit alsnog willen recht zetten. Het is goed te constateren dat uit het nadere onderzoek naar voren is gekomen dat dit echter niet het geval was.”